Zoals omschreven in het hoofdstuk Substraten, zijn bomenzand en bomengranulaat enkel geschikt voor beperkte verkeersbelastingen. Om zwaardere belastingen op te vangen, zonder verdichting van het doorwortelbaar bodemvolume, worden ondergrondse groeiplaatsconstructies aangewend. Dit kan gaan van een laag aan elkaar gekoppelde kunststof units, over een opeenstapeling van plastic prefabelementen tot zware betonnen constructies. Groeiplaatsconstructies zijn meestal duurder bij de aanleg, maar op de lange termijn levert het zeker een besparing op omdat toekomstige standplaatsproblemen kunnen vermeden worden.

Ondergrondse groeiplaatsconstructies hebben verscheidene voordelen :

  • creatie van een tweede maaiveld
  • geen bestratingsopdruk door de wortels (geen beschadigingen aan het wegdek)
  • hoge draagkracht (verkeer mogelijk)
  • goede beluchting en bewatering
  • geen verdichting van het groeimedium
  • geen concessies aan het groeimedium
  • ruimte voor kabels en leidingen

 

Algemeen onderscheidt men 2 basisconcepten :

 

Drukspreidende constructies

  • Reduceren de drukbelasting van de verhardingsopbouw en verkeer op de doorwortelbare ruimte. 
  • Ze worden horizontaal tussen een draagkrachtig groeimedium, zoals bomenzand of bomengranulaat, en de verharding geplaatst.
  • Bij vernieuwing van de verharding zijn drukspreidende constructies perfect vervangbaar, zonder of met beperkte beschadiging van het wortelgestel.

Zelfdragende constructies

  • Kunnen de drukbelasting van de verhardingsopbouw en verkeer volledig zelf dragen.
  • De boomwortels groeien er ongehinderd tussendoor, in een niet-draagkrachtig boomplantsubstraat, zoals bomengrond of groeiplaatsconstructiegrond.
  • Bij vernieuwing van de verharding kunnen ze niet verwijderd worden zonder het wortelgestel ingrijpend te beschadigden. Bij de keuze van een zelfdragende constructie is het bijgevolg essentieel dat het systeem de boom kan overleven.
[request_type]
Ik ga akkoord dat mijn gegevens gebruikt worden om deze aanvraag te behandelen.